Coevorden huis aan huis 10 september 2008
Kerkelijke scheiding bleef nog altijd bestaan
Door Huub D. Minderhoud
'Naderbij komende, werd het fraaije toneel verlevendigd door ‘t gezigt der eenvoudige dorpskerk, met haar stomp en nietig torentje. Rondom 't kunstelooze Godshuis sluimeren de vrome voorvaderen der dorpsbevolking in hun laatste rustbed', aldus de Coevorder Podagristen in 1843 bij hun bezoek aan "t nederige dorpjen' Schoonebeek.
Inderdaad, het was een eenvoudige dorpskerk: witgekalkt, met vijf kleine boogramen aan weerszijden en twee dito aan de achterkant, waartussen de kansel stond. De kerk dateerde van 1681 en was dus puur protestants. Pastoor Hermannus Bredewech, die in 1598 met de van boven opgelegde Reformatie meeging en in 1600 officieel predikant werd, was er nooit in voorgegaan. De oude katholieke kerk -gewijd aan Sint Nicolaas- was toen ontdaan van beelden, muurschilderingen en doopvont en door de nieuwe gemeente overgenomen. Een bekende foto van omstreeks 1905 toont het uitgaan van het oude hervormde kerkje, waarbij de vrouwen uit de zij ingang komen en de mannen uit de hoofdingang onder het torentje. Mannen en vrouwen zaten toen dus niet alleen streng gescheiden, maar gebruikten ook nog aparte in- en uitgangen. Bij het verlaten van het kerkhof voegden zij zich overigens weer bij elkaar. Dat kerkhof werd nog als begraafplaats gebruikt, waarbij de grootte van de zerken de belangrijkheid van de overledenen aangaf.
Omstreeks 1920 vond men de eenvoudige dorpskerk te klein worden en de kerkenraad organiseerde een bijzondere gemeenteavond. Hier kwam ondubbelzinnig de wens naar voren een totaal nieuwe kerk te bouwen. Op 4 maart 1927 werd de bouw voor 23.802 gulden aanbesteed aan W.F. Jonker en Joh. Tienkamp in Nieuw-Amsterdam onder architectuur van J. Boelens te Assen. Zo verrees aan de huidige Europaweg het opvallende kerkgebouw met de dominerende forse toren, dat op 4 december 1927 in gebruik werd genomen.
Het oude kerkje bleef veronachtzaamd achter; alleen. beide luidklokken uit 1540 en 1707 werden waardig bevonden een plaatsje te krijgen in de nieuwe toren. Die van 1707 werd door de Duitsers geroofd en de kleinste uit 1504 ook, maar enkele maanden later weer teruggebracht. Hij hangt samen met een vervanger uit 1950 nog ,steeds in de toren met als opschrift: 'Thesus Es Mine Name Int jaar MCCCCCIIII'. Ook de oude doopvont, in de Reformatie uit de oude kerk verwijderd en eeuwenlang als voer- en bloembak gebruikt, kwam in 1977 in bruikleen in de huidige kerk terug. De oude dorpskerk werd voortaan gebruikt als vergaderlokaal en verenigings-gebouwen hoewel men in 1947 nog probeerde om geld bijeen te brengen voor restauratie, werd deze in 1952 vanwege de verwaarloosde staat van onderhoud afgebroken. Jammer, zo vinden nu veel Schoonebekers.
Op de plaats van het voormalige kerkje bevindt zich nu het Schoonebeker monument voor de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. 'Voor hen die vielen 1940-1945' staat er op een eenvoudige rechthoekige steen en daaronder acht namen van Roelof Meijering -als soldaat gesneuveld in mei 1940- tot Jan Grooters, die nog op 30 april 1945 in een Duits concentratie-kamp werd vermoord. Elk jaar worden hier tijdens de dodenherdenking op 4 mei bloemen gelegd. Van het voormalige kerkhof resten nog 28 zerken van vooraanstaande families. Namen als Gommer, Stokman, Kamping, Eisen, Meppelirik, Ten Vlieghuis, GijIers, Lucas en Poppen worden vermeld, allen begraven in de periode van 1886 tot 1914. Opvallend zijn twee kindergrafjes van de familie Gommer in Padhuis, waarvan Lambertus in 1909 en Johanna Jantina in 1910 overleed. Half onder een struik ligt de zerk van Maria Isabelle Anne Charlotte Josine Hovy-Taets van Amerongen. Zij was 'de adellijke moeder van de hervormde predikant J.L.H.Hovy (1902-1908) en overleed in 1903. De dominee, die vijf jaar later naar Beilen vertrok, was de 25e in de rij van hervormde predikanten van Schoonebeek. In 1859 stichtten zo'n 50 Schoonebekers, ontevreden over de vrijzinnige opvattingen van dominee Bleeker, een tweede kerkgenootschap, de Chr. Afgescheidene Gemeente. Kerkvoogd Willem Anholts trad ook toe en schreef zijn voormalige broeders een afscheidsbrief. De christelijke afgescheidenen bouwden een eigen kerk met een pastorie en kregen in dominee Schoemaker een eigen predikant. Als gereformeerde kerk vormden ze later een hechte, sterk op zichzelf staande gemeenschap.
Die tijden zijn lang voorbij. De hervormde predikanten werden weer van rechtzinnige signatuur, maar de scheiding bleef nog lang bestaan. Het was eigenlijk een vreemde situatie met twee verschillende kerkgenootschappen, die dezelfde geloofsopvattingen koesterden. Nadat jaren was samen-gewerkt tussen hervormden en gereformeerden zal het nu in PKN-verband toch tot eenheid komen, zij het voorlopig in een federatie. Dat had dominee Hovy eens moeten meemaken vanuit zijn oude dorpskerk tegenover zijn oude, inmiddels in een moderne villa herschapen pastorie. Sta er eens een moment bij stil, bij het herdenkingsmonument op het kerkhof met de zerken der 'vrome voorvaderen'.