1940 Het vuur breekt los

Het vuur breekt los

Het Nederlandse front op 10 mei


Toen de Duitsers op 10 mei 1940 Nederland binnen vielen, lapten ze alle gangbare strategieën aan hun laars. In plaats van deel te nemen aan een langdurige stellingoorlog besloot de Duitse legerleiding vanuit de lucht aan te vallen in het hart van Nederland; de Vesting Holland.
 

Aanvankelijk wilden de Duitsers Nederland in twee dagen veroveren. Bijna 10.000 parachutisten van de 22ste Luchtlandingsdivisie moesten een gewaagde aanval uitvoeren op Den Haag met als doel het gevangen nemen van koningin Wilhelmina en haar ministers.
Om vier uur werd Den Haag opgeschrikt door de eerste Duitse bombardementen op de Haagse kazernes en op de vliegvelden Ypenburg en Valkenhurg. Meteen al maakte Nederland kennis met een van de meest gevreesde wapens uit de Tweede Wereldoorlog: de Stukabommenwerper. Met hun angstaanjagend sirenegeluid doken de Stukas bijna verticaal op hun doel af. Onmiddellijk na het afwerpen van de bommen trad het hoogteroer automatisch in werking, waardoor het vliegtuig net boven het doelwit kon optrekken. Door de krachten, die bij deze manoeuvre vrijkwamen, trad soms een tijdelijke bewusteloosheid op bij de piloot.
De precisiebomhardementen zaaiden niet alleen dood en vernieIing, naar hadden tevens een rampzalige psycholoigische invloed op burgers en soldaten.

Een half uur na de eerste bombardementen landden Duitse parachutisten hij de Haagse vliegvelden. Nadat ze de vliegvelden stevig in handen hadden, arriveerden de eerste transportvliegtuigen van de 22ste Luchtlandingsdivisie. De Nederlandse soldaten, nauwelijks van de schrik bekomen, ondernamen hierop de eerste tegenacties. In de hitte van de strijd werd het landen voor de Duitse vliegtuigen steeds moeilijker. Sommigen werden in brand geschoten, terwijl de toestellen die probeerden te landen in de nabijgelegen weilanden in de drassige bodem wegzonken. Graaf von Sponeck, commandant van de 22ste Luchtlandingsdivisie maakte zelfs een noodlanding op het strand van Kijkduin.

Mislukking


Bij de gevechten rondom de vliegvelden verloren de Duitsers steeds meer terrein. Enkele uren na de aanval op Den Haag was het voor de Duitse bevelhebbers dan ook duidelijk dat noch de stad, noch Koningin Wilhelmina zich op de eerste oorlogsdag zouden overgeven. Zo eindigde een groots plan in een fiasco. Tegelijkertijd met de aanval op Den Haag werden ook de vliegvelden van Schiphol, Den Helder, Bergen en Texel gebombardeerd. Hierbij werd de Nederlandse luchtmacht nagenoeg uit geschakeld. Zo werden op het vliegveld Bergen twaalf van de dertien modernste jagers, de zogenaamde GI’s vernietigd.

Ook het vliegveld Waalhaven nabij Rotterdam werd rond vier uur gebombardeerd. Onmiddellijk na het bombardement sprongen de eerste Duitse parachutisten uit de transporttoestellen; enkele parachutisten kwamen in de Waalhaven terecht en verdronken, anderen belandden op de brandende gebouwen van het vliegveld. De meesten kwamen echter wel goed terecht en openden meteen het vuur. Dit gevecht was nog naar net begonnen toen de eerste transportvliegtuigen op het vliegveld landden.

Dodelijke keuze


Om de Nederlandse soldaten tot overgave te dwingen werd de gevangengenomen vliegveldcommandant gedwongen plaats te nemen op het spatbord van een auto. Al zwaaiende met een witte zakdoek werd de commandant rondgereden. De meeste Nederlandse soldaten weigerden het vuur op hun overste te openen en legden de wapens neer. Eén sergeant-majoor wilde zich echter niet overgeven. Er volgde een hevig vuurgevecht, waarbij de vliegveldcommandant dodelijk werd getroffen.
Inmiddels was ook bij de Rotterdamse Maasbruggen de strijd ontbrand. De Duitsers die om vier uur met enkele verouderde watervliegtuigjes op de Nieuwe Maas waren geland, hadden met rubberbootjes de bruggen bereikt en namen de Willemsbrug en de daarnaast gelegen spoorbrug in bezit. Onmiddellijk bezetten zij het Noordereiland. Toesnellende Nederlandse mariniers en genie-troepen verhinderden dat de Duitsers over de bruggen de stad binnendrongen. Hiermee was de Duitse opmars in het hart van de stad tot staan gebracht. Wel hadden de Duitsers na enkele uren strijd heel Rotterdam-Zuid onder controle gekregen. Het enige dat ze moesten doen was hun positie handhaven in afwachting van een sterke tankdivisie die via Noord-Brabant naar Rotterdam oprukte.
Opdat de Duitse tanks probleemloos naar Rotterdam konden doorstoten, werden ook de verkeersbruggen over de oude Maas bij Dordrecht en Moerdijk door parachutisten veroverd. Hiermee was het pad voor de vanuit het Oosten naderende tankdivisies geëffend.
Om die doortocht via de zogenaamde Maaslinie te forceren, maakten de Duitsers gebruik van enkele spitsvondige krijgslisten. Zo staken rond vier uur een groepje ogenschijnlijk gevangen genomen Duitsers de spoorbrug bij Gennep over. Ze werden vooruitgedreven door drie ‘marechaussees’. De marechaussees waren echter in Nederlandse uniformen gestoken Duitsers. De Nederlandse wachters lieten zich overrompelen, waarna het Duitse commando naar de andere kant van de brug liep en kon voorkomen dat deze vernield werd. Op hetzelfde moment kwamen vanuit Duitsland twee gepantserde treinen. Zonder problemen staken heide treinen, waarin zich een bataljon infanterie bevond, de brug over en vervolgden hun weg naar de Peel-Raamstelling. Omdat iedereen dacht dat het om Nederlandse treinen ging, konden ze ongehinderd de Peel-Raamstelling passeren. Hierna sprongen de Duitse soldaten uit de wagons en begonnen onmiddellijk de Peel-Raamstelling in de rug aan te vallen. De verrassing onder de Nederlandse soldaten was enorm.

Overrompeld

Hoewel alle andere bruggen over de Maas wel tijdig vernietigd werden, konden de Duitse soldaten via de brug van Gennep op de westelijke oever van de Maas noord- en zuidwaarts uitzwermen. Ook slaagden de Duitsers erin op tal van andere plaatsen de Maas met rubberboten over te steken. Dit betekende dat de Maaslinie aan het eind van de eerste oorlogsochtend had opgehouden te bestaan. 

Door de val van de Maaslinie kwam de Peel—Raamstelling veel sneller dan verwacht onder druk te staan. Om kwart voor negen in de avond zette de Duitse commandant een grootschalige aanval in. De toestand werd onhoudbaar. In de nacht van 10 op 11 mei gaf het Nederlandse opperbevel daarom opdracht de Peel-Raamstelling te ontruimen.
Hoewel de Nederlandse troepen op 10 mei de stoutmoedige aanval op Den Haag hadden verijdeld, was de verdediging van Rotterdam minder succesvol verlopen.


Bovendien hadden Duitse troepen in hel noorden van liet land de IJssel op verschillende plaatsen overschreden, waardoor de weg naar de Grebbelinie openlag. En tot overmaat van ramp liet ook het zogenaamde zesde Duitse leger dat via Zuid-Limburg naar België trok zich door niets tegenhouden.
Tegen het einde van de eerste oorlogsdag, konden de Duitse commandanten met recht beweren dat de strijd om Nederland al half gewonnen was.
JS

 

www.oud-schoonebeek.nl