Spionage rond Coevorden
Spionage rond Coevorden
tijdens de Tweede Wereldoorlog
door J. Poortman
Toen de Nederlandse Regering in de meidagen 1940 uitweek naar Engeland werd al spoedig geconstateerd, dat het een lichaam was zonder ogen en oren. In vredestijd had G.S. III daarvoor gezorgd en het zou tot begin '43 duren voor het toen in Londen opgerichte Bureau Inlichtingen effectief kon werken onder leiding van de Drent Dr. J.M. Somer en luitenant Gijs de Jong.
Al van 1941 af had Somer vanuit het zuiden inlichtingen doorgespeeld naar Londen via Zwitserland. De Zuid nederlandse - Belgische Wim – groep onder leiding van adjudant Vermeulen deed dat via dokter Oosterhuis in Delfzijl via de coasters naar Stockholm. In het noorden waren medewerkers mr. Schortinghuis in Groningen, mr. J. Cramer te Assen en ik voor het gedeelte Zuid Drenthe en Noord Overijssel. Mijn taak was o.a. het schaduwen van de Landbouw en Maatschappij Landstand beweging en het geven van berichten over de olieproductie in en om Schoonebeek en over de grens. Toen de Wim - groep door Van der Waals verraden werd, richtte Max Jansen de Geheime Dienst Nederland, de G.D.N. op, die het werk voortzette. Zijn opvolger Wim Schoemaker, "Miki", maakte er een formidabele inlichtingengroep van met op het eind 1100 medewerkers en contacten. Hij leidde de groep op briljante wijze.
Het land was verdeeld in districten met een agent aan het hoofd: Mijn codenaam werd Chris, nummer N1O5. Dit nummer was fantasie, alleen de 5 had betekenis, maar dat wisten alleen de hoofden.
Als secretaris van de Provinciale Drentse V.V.V. was het voor mij niet moeilijk ogen en oren te vinden voor het verzamelen van gegevens en hun aantal nam met de oorlogsjaren snel toe.
Daar waren hier allereerst Schepers, de hotelhouder uit Nieuw Schoonebeek, die nieuws voor me verzamelde van over de grens. Dan Karst in Oud Schoonebeek, die hetzelfde deed en die bovendien goede contacten met de NAM mensen had. Vooral dr. Brouwer, de geoloog, was een belangrijke figuur. Van de aanvang af is de ontwikkeling van de olievelden getraineerd en gesaboteerd. Dit ondanks verwoede druk van de bezetters, die op spoed aandrongen. Groot was dan ook de verontwaardiging van de oliemensen, toen op een kwade dag ook een paar boortorens langs de grens door Engelse vliegtuigen in puin werden geschoten, waarbij de kogels de mensen om de oren vlogen. Karst gaf me hun eis door te melden dat dit niet weer diende te geschieden, wilden ze hun passieve houding kunnen voortzetten. Onze rapporten bereikten Londen en in tegenstelling tot wat er aan de Duitse kant gebeurde, bleven hier verdere beschietingen uit.
Een belangrijk informant van Karst was overste Stähle, die hij kende uit zijn verveners kennissen groep Brill. Onbekend bleef ons, dat hij later ook met mr. Cramer en Van Heuven Goedhart in verbinding stond.
Coevorden zelf was voor militaire zaken tot eind 1944 onbelangrijk: daar was P. van Biezen, leraar H.B.S., mijn informant; in Bergentheim, de bij de dokter ondergedoken planter Oldigs uit Ommen en in Hardenberg W. Snel.
Oldigs heeft uitnemend speurwerk gedaan, vooral na de bevrijding van het zuiden. Toen werden er steeds concreter vragen gesteld over de toestand van wegen, mogelijke sluipwegen, bedrijven die voor de Duitsers moesten werken. Hij kende de hele streek tot Meppen en ging er alleen op uit of was mijn begeleider.
Niets werd over het hoofd gezien: vóór Pasen 1944 was de strokarton fabriek bij Coevorden "doorgegeven", waar patroonhulzen werden gemaakt. Kort na de feestdagen lag die in puin.
Slechts éénmaal heb ik een aangevraagd bombardement tijdens een bezoek zien uitvoeren. Ik had gemeld, dat het bruggetje in het lijntje Emlichheim Laarwald "er uit" moest, omdat hier 's nachts olie en troepentransporten plaatsvonden. In de noord zuid verbinding had ik hetzelfde gevraagd voor de brug bij Haandrik over de Vecht en wel bij herhaling. Zonder resultaat voor deze laatste, (wat in verband met latere ontwikkelingen in april '45 te begrijpen was). Toen ik in de middag van 22 februari 1945 op weg was van Gramsbergen naar Coevorden kwam een grote vloot. Amerikaanse bommenwerpers over. Zes ervan draaiden af, cirkelden éénmaal rond en legden toen hun eieren. De brug werd niet vernield, maar was voorlopig slechts ten dele bruikbaar. Er moest daar voortaan worden overgestapt. Bij Haandrik kwamen missers neer.
Daarna was het op 24 februari 1945 "feest" in Laarwald: de olievelden werden gemitrailleerd, het station in brand geschoten, kortom het was één brandende chaos. Omdat daar de brandweerwagens kapotgeschoten waren, werd de hulp ingeroepen van de brandweer van Coevorden. Deze weigerde uit te rukken, ondanks alle dreigementen. Uitrukken was niet verantwoord!
Na de bevrijding van het Zuiden werd Drent van gemeentewerken een belangrijke medewerker in Coevorden. Als waarnemend chef had hij contact met de Duitsers. Nu was voor het doorgeven van spoedberichten in Lutten een zender geplaatst door tussenkomst van Chris jr. De Duitsers zochten N.O.Overijssel furieus af en hadden daartoe in Coevorden een zender geplaatst, waarop door de opsporingswagen gepeild kon worden. De zender werd bediend door een Sileziër "die het einde wel al gezien had". Drent wist hem ertoe te bewegen, dat hij ging saboteren. Op tijden dat onze zender in de lucht zou komen, was er "altijd wat", waardoor de peilwagens de verkeerde kant opgestuurd werden of in het geheel niet konden peilen. Meermalen heb ik deze lugubere voertuigen tussen Nieuwleusen en Bergentheim aan het werk gezien. Waarbij ik de lachende derde kon zijn.
Haalde ik in 1941 éénmaal in de 2 of 3 weken mijn gegevens, later werd dat 1 keer in de week op zaterdag (dan had ik geen school) en werd er langs verschillende routes naar Nieuw Schoonebeek gefietst, heen en terug.
Na januari 1945 werd het voor mijn zoon, Chris jr. en mij tenslotte bijna dagwerk. Omdat ik ondergedoken was in Linde, werd voor mij de weg toen wel korter, maar junior moest toen uit Zwolle komen.
Liet ik me van de aanvang af zoveel mogelijk afstanden meetrekken door vrachtwagens, sinds begin 1945 werd dat te riskant, omdat de geallieerde jagers ertoe overgingen overdag alles wat zich over de weg of over de spoorlijn bewoog onder vuur te nemen. Toen zat ik al niet meer in Meppel, omdat door onvoorzichtigheid van onzer Asser kollega de S.D. toesloeg. Het kostte hem met anderen het leven, maar wij, mijn vrouw, Chris jr. en ik, ontsnapten op een haar aan een arrestatie. In het januari nummer van de Fahndungsnachweis der Zentralen Fahndungsstelle beim Befehlshaber der Sicherheits polizei und des S.D. (Niederlande) verschenen onze namen, en die kwamen er in het aprilnummer nog in voor (gelukkig). Met een korte onderbreking werd het werk langs de grens voortgezet tot de voorhoede van het 1e Canadese leger onder bevel van generaal Crerar op 5 en 6 april doorgestoten was tot Coevorden.
Aan de ingebouwde veiligheidseisen voor medewerkers hebben we ons steeds gehouden: Alleen persoonlijk contact, niets opschrijven, geen huisnummers onthouden, steeds een smoesje in voorraad hebben bij eventuele aanhouding en zorgen dat het werk onder alle omstandigheden kon doorgaan. Daarbij hadden we een hoofd koeriere nodig, die ik persoonlijk moest voorstellen aan de medewerkers, zodat die ons kon vervangen. Tandarts assistente RoeI Kreeft uit Meppel heeft dit in het laatste stadium meer dan uitnemend gedaan. Bij de introductie beleefden we in Coevorden de prettige verrassing, dat er urenlang luchtalarm gegeven werd, zodat je geen kant op kon. Vanwege de afstand naar Meppel konden we voor spertijd niet terug zijn. Medewerkers of kennissen lastig vallen voor onderdak was verboden door onze leiding. Hotelruimte was er niet. Dus werd de Orts kommandant opgezocht, (ik wist, dat die menselijk was) om een oplossing te vinden. Nadat RoeI met behulp van een trui getransformeerd werd in een zwangere vrouw zochten we de leeuw in zijn hol op en kregen toestemming voor logies in een slaapgelegenheid, waar een duits officier een bed besliep. Daar mochten we overnachten en omdat die om middernacht zou vertrekken, het voorverwarmde bed gebruiken. Aldus geschiedde: zij kreeg het bed, ik een stoel en we waren er veilig voor elke controle.
Alles wat van belang was werd gerapporteerd en langzamerhand moesten we onder hoge druk werken met het melden van veranderingen en sterktecijfers van de Duitsers. Die bezorgde ons Berend Hartsuiker van de firma Dengerink in Meppel, die de Duitsers moest voorzien van vlees. Daarbij schreef hij voor alle onderdelen en alle groepen, dus ook voor de S.S., de S.D., de Polizei, de N.S.K.K., enz., aparte bonnen uit, zodat we met naam en toenaam konden melden hoeveel Duitsers in Steenwijk, Meppel, Hoogeveen en Coevorden op dat moment aanwezig waren. Dit gaf Bureau Inlichtingen in Eindhoven dan gelegenheid na te gaan, welke veranderingen in de onderdelen er opgetreden waren.
Hierbij geef ik de opgave van 26-2-1945, M 735.
Totaal 2671 man District 1: Meppel
- Marine 200 100 Transport Flotille A.d.N. 4e Gruppe.
- Luftwaffe 945 10 (Nachrichten).
- Heer 650 100 (Pioniers, Feldgendarmerie, Inf.).
- S. 46 6 (S.S. Postschutz).
- O. 44 18 (Aussenstelle Thümmel, Park).
- Pol. 195 150 (B.d.O. Hogere officieren vertrokken).
- S.K.K. 151 11
- A. en O.T. 250 75 (o.a. Bauleitung vliegveld Havelte).
- Zoll (S.O. 190 25
Totaal 2671 495
Zoveel mogelijk werden alle versterkingen, mitrailleurnesten, eenmans gaten door Jr. op kaarten vastgelegd en gemeld. Voor ons rayon liep dat van Dieverbrug over Meppel naar het Zwarte Water, en langs de Vecht over Coevorden tot in Duitsland tot Meppen. Oldigs en ik beschikten voor het laatste deel over Passierscheine voor, grensgangers, waarbij de gereformeerden over de grens, felle anti nazi's ons geholpen hebben. Vooral in maart werd er grote aandrang om gegevens op ons uitgeoefend en deze gingen bij voorrang door. Voor onze fietsen hadden we speciale Ausweise van de Duitse Weermacht, die ons persoonlijk overhandigd werden door de Ortskommandant in Coevorden, omdat we speciale koeriersdiensten heetten te verrichten van de NAM naar Enschede. Dat was nu niet één, drie, vijf gebeurd, maar met inschakeling van de verkeerde burgemeester, die op mijn verzoek dr. Brouwer belde, lukte dat toch. Later, toen ik opgepikt was door een stel edele landwachters, die me als begroeting met hun geweer "wat in de rug duwden, om me sneller te laten lopen" en daarbij zoals later bleek een rugwervel beschadigden, bevestigde deze burgemeester, dat ik werkelijk de man was, waarvoor ik me uitgaf: Jan Naardingsveld, speciale koerier voor de NAM. Zeer tot spijt en ongenoegen van deze beruchte en fanatieke nazi knechten.
Zij vertrouwden n.l. mijn klepper overjas, die ik uit veiligheids overwegingen droeg en die de voorloper was van de S.S. overjassen, niet omdat ik ook nog een gewone grijze bij me had. "Voor de regen, omdat het werk doorgaan moest!"
In de tweede helft van maart en in april werd het verkeren op de wegen naar Coevorden minder prettig. Het was de tijd van de "etenhalers", van de steeds talrijker wordende beschietingen en luchtverkenningen, naast de grondcontrole, zodat zich practisch overdag geen voertuig meer op de weg waagde en het zelfs 's nachts door afgeworpen parachute fakkels zo licht was, dat je er de krant bij kon lezen. In die tijd waren er langs de grens meer informanten dan wij. Zo de Packardgroep en zelfs een paar Belgen.
Op 22 maart kwam Montgomery over de Rijn bij Wesel, waarna de Canadezen naar het noorden afbogen en na hevige gevechten op 6 april Hardenberg Coevorden bereikten.
De volgende dag meldde ik mij volgens opdracht bij het 12e Manitoba A squadron, en deed enig nuttig werk bij de bevrijding van zuidwest Drenthe bij de opmars naar Meppel. Op 8 april meldde zich Chris jr. bij Captain Stilweil met een serie bijgewerkte stafkaarten voor het Noorden des lands en de laatste inlichtingen, waarna hij door het hoofdkwartier bij de Intelligence werd ingedeeld en met het leger optrok langs Groningen, Leer, Bremen en meevocht. Daarvoor kreeg hij later de Bronzen Leeuw en een Certificate of Service van Montgomery.
Bij dit alles bleken onze voorzorgsmaatregelen werkzaam te zijn. Reserve fietsen stonden op knooppunten klaar voor noodgevallen. Mijn G.D.N. archief, dat zo belangrijk was bij de voorbereiding van de bevrijding van Meppel door het D squadron, bewaarde ik onder de kipperen bij mijn moeder in de Wijk.
Werkend in de anonimiteit was mijn werk bij de bevrijding van Meppel, als hoofdtaak afgelopen. Ik trok me terug na mij eind april afgemeld te hebben bij ons B.I. hoofdkwartier in Eindhoven. Daar kon ik op 2 mei over de zender Herrijzend Nederland als eerste de Drenten toespreken.
Voor mijn oliewerk kreeg ik het militaire Kruis en het Kruis van Verdienste naast Belgische en Franse onderscheidingen.
In feite waren daarmee allen geëerd, die mij geholpen hadden in de strijd tegen de Nazi dictatuur, al was ons aandeel in het grote geheel maar zeer gering.
Van Rudi voor Karel
N 105. M. Berichten. 25.4.44.
Vervolg M 151.
neel der Bataafse (B.P.M.) is gebleken, dat hier veel olie zit, zoodat na de oorlog eer flinke opbrengst verwacht wordt. Doordat het het.Waterschap geen bovengrondsche pijpleidingen wil laten aanbrengen wordt de verdere bouw van boortorens (een aantal van 20 wordt uit betrouwbare bron genoemd) tegengehouden.
Op Paasmaandag zijn de torens 1 1n 2 door 5 laagvliegende jagers gemitraileerd, zoodat de stukken er af vlogen, de torens zwaar werden beschadigd het platform vernield, de tanks doorzeefd werden. Ze zullen in afzienbare tijd geen olie meer leveren.
De olie uit toren 3 zou niet ten goede komen aan de Duitsers zegt de boormeester.
Van Rudi Voor Karel
N 105. M.Berichten 24.4.44.
M152
Te Emmen zijn 300 militairen aangekomen, deel uitmakende van de Kriegsmarine. Ze worden afgericht en bestaan uit grootvaders en kleinzonen.
M153
Autonummers, gedurende deze periode te Meppel en omgeving waargenomen : R.K.85, luxe blauwe auto; W.L.305 131, afrika, vr. Auto, W.L.12073, id. met rupswielenuitrusting naast gewone wielen, 1606 909 W.H., luxe auto; W.H. 904616 id. W.R. 1606 471 gecamoufl..l. auto; W.L. 298196, W.M. 52164. luxe w.
M153
In Drente zijn reeds geruime tijd Duitsche militairen, die in plaats vav naar het front te vertrekken zijn ondergedoken. In deze zal het niet vreemd zijn, dat sommige transporten met extra gesloten wagons plaats vinden.
Zoo was de stemming van de militairen te Hoogeveen, die vorige week naar de kust vertrokken, maar vermoeden, dat ze dan naar het oosten zouden gaan, ver beneden peil, reden, waarom de verplaatsing een week werd uitgesteld, teneinde alle manschappen te hebben. In Steenwijk is van de laatste groep militairen, die naar het Oosten gingen, volgens de meiden, die met de soldaten uitgingen en volgens Duitschers een geheele groep onder water gegaan; er wordt zelfs gesproken van 50 man. Hoewel dit laatste overdreven kan zijn, moeten toch Nederlanders plaats maken voor Duitschers bij duik adressen, (waarbij de Nederlanders een ander adres kregen)
Momenteel is het probleem, wat de bevolking moet doen: men wil zich niet afgeven met Moffen, al is het consigne ook, dat op die wijze het moreel van de troep sterk achteruit zal gaan.
Van Rudi voor Karel
N105
M 199 3 Juni 1944
Verslag van de petroleumterreinen te
Schoonebeek
bij Coevorden
Aan het Schoonebeekerdiep een kilometer Oostelijk van de beide kerken van Oud Schoonebeek liggen vier boortorens op Duitssh terrein. Deze zijn met Paschen beschoten door de R.A.F., waarover is gerapporteerd.
Dinsdag na Pinksteren zijn de jagers geweest boven het Nederlandsche gebied, die de toren C 4 beschoten hebben.
Er zijn daar nu drie torens klaar en er is een vierde in bouw; C 2 heeft een capaciteit van 800 – 900 liter per boordag van 4 uur.
C 3 is zeer belangrijk.
Hier wordt n.l. nog niet gepompt, terwijl er toch olie vloeit, dat er momenteel 30 – 40 ton per dag boven komt. Volgens de deskundigen is hier een rijke oogst te verwachten. Veel haast wordt er echter niet gemaakt door de ambtenaren van de B.P.M. Dat ze echter worden nagereden, blijkt uit het feit, dat in zes weken een toren is afgebouwd, terwijl een tweede weer half gereed is.
In C 3, die ligt ten zuiden van de weg Oud Schoonebeek Erica ongeveer 400 meter ten westen van de Kerk, loopt, wanneer er niet gepompt wrdt de spanning op tot 16 armosfeer.
Wij Juliana, by de gratie gods,
Koningin der Nederlandcn,
Princes van Oranje – Nassau, enz.,enz.,enz.
21 december 1949.
No. 21
Op de voordracht van Onze Minister van Oorlog van
14 December l949, Geheim Litt. U 266;
HEBBEN GOEDGEVONDEN EN VERSTAAN
Toe te kennen het Kruis van Verdienste aan de Heer
- Poortman , senior
Wegens:
"Heeft zich in verband met vijandelijke actie door moedig
en beleidvol optreden onderscheiden en daarmede het belang van het Koninkrijk gediend door sedert begin 1943 ten behoeve van een inlichtingengroep, welke samenwerkte met het Bureau Inlichtingen van de Nederlandse Regering, in zijn woonplaats Meppel, onder het nemen van grote risico's wegens zijn grote bekendheid aldaar, wekelijks een honderdtal foto copieën te maken.
Voorts door op verzoek van het Geallieerde Hoofdkwartier in samenwerking met zijn zoon, zeer belangrijke gegevens te verstrekken over het Düitse oliegebied Alte – Piccardie en zijn verkenningen zo zorgvuldig op te zetten, dat hij, toen het Eerste Canadese Leger in 1945 Meppel bereikte, een compleet stel bijgewerkte stafkaarten wist te leveren".
Onze Minister enz.
Soestdijk, 21 December 1949, (get.) JULIANA,
DE MINISTER VAN OORLOG,
(get.) SCHOKKIIlG.
Overeenkomstig het oorspronkelijke, De Secretaris-Generaal
van het Ministerie van Oorlog, (get.) Rietveld,
Uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend uittreksel,
De Secretaris-Generaal,
(get) onleesbaar
W. SCHOEMAKER
CONSUL - GENERAAL
VAN DE REPUBLIEK OOSTENRIJK
1077 AW AMSTERDAM-Z., 23.07.1979
VERKLARING
Ondergetekende Willem Schoemaker van 1942 -1945
Hoofd Geheime Dienst Nederland ( G.D.N. ) ressorterend onder het Bureau Inlichtingen (B.I.) der Nederlandse Regering te Londen ( Kolonel Dr. J.M. Somer) verklaart dat:
Jan Poortman
Zuideinde 94
MEPPEL
onder de codenaam "CHRIS" van 1941 -1945 werkzaam is geweest als belangrijk geheim agent van bovengenoemde Geheime Dienst Nederland ( G.D.N. ).
Wij stellen vast dat hij tezamen met zijn in 1965 helaas te vroeg overleden zoon "CHRIS JUNIOR ",tevens een belangrijke geheime agent van de G.D.N., met buitengewoon grote risico's voor hun beider leven en die van de familie Poortman gedurende bovengenoemde periode in bezet Nederland en met name in DRENTE belangrijke gegevens leverde op het gebied van spionage tegen de bezetter (militair, economisch en politiek met als bijzondere
opdracht de activiteiten van landbouw en Maatschappij (Landstand)) in Drente en omgeving.
" CHRIS" (of Poortman) leverde hiermede tezamen met zijn zoon "CHRIS JUNIOR" een zeer belangrijke bijdrage aan de geallieerde oorlogsvoering en de bevrijding van Nederland.
W. Schoemaker
Consul - Generaal van de Republiek
Oostenrijk
Voormalig Geheime Dienst Nederland
( G.D.N. )
Bronnen:
- D. N. archief N105.
Major B. Koning: The course of the war in the Netherlands.
- P. Stacey: The Operations in N.W Europa 1944/45.
Opsporingsregister der S.D.
Colophon:
Productie: Krips Repro Meppel
fotoafwerking: Gerrit Oosterveen