Landgoed de Groote Scheere
Dagblad van het noorden zaterdag 14 april 2007
De bewogen historie van een oud landgoed
door Jan Wierenga
Het landgoed De Groote Scheere, tot eind vorige eeuw nog het domein van de adellijke familie Van Voerst van Lynden, ligt onder de rook van Coevorden, maar is Overijssels grondgebied. In het verre verleden is dat, zij het maar kort, ook wel eens anders geweest. In 1426 besloot Rudolf van Diepholt, de bisschop van Utrecht, het Huis Ter Scheere samen met de buurtschap Holthone bij Coevorden te voegen. Maar de maatregel bleek van tijdelijke aard; niet veel later behoorden beide weer bij de Overijsselse landstreek Salland. Dit is een van de vele feiten uit het boek De Groote Scheere, kroniek van een landgoed dat volgende maand uitkomt. Het is geschreven door Huib D. Minderhoud uit Dalen, die Schepers Erf alvast een blik in manuscript gunde. Minderhoud heeft al vele historische publikaties op zijn naam staan. Het boek wordt uitgegeven door de stichting Expositieruimte Baron van Voerst van Lynden in Holthone en kost straks 17 euro.
De oorsprong van het landgoed is niet helemaal helder. Ook niet bekend is wie de eerste bewoners waren. In 1462 duikt voor de eerste keer een eigenaar op in de annalen: AIbert van Steenwijck, die getrouwd was met de rijke Ommelander edelmansdochter ]ohanna van Selwerd. Albert bevond zich op voor zijn familie historische grond: zijn voorvader Coenraad vocht in 1227 mee in de Slag bij Ane, gelegen in de directe nabijheid van De Groote Scheere en ging daarin met zijn heer, bisschop Otto II van Utrecht, jammerlijk ten onder tegen de Drentse boeren. Oorlog en rampspoed zouden eeuwenlang de vaste metgezellen zijn van de bezitting, die lange tijd in handen bleef van de familie Van Steenwijck, een geslacht met veel zakelijke en familiaire connecties in Drenthe en Overijssel. De nabijheid van de vestingstad Coevorden was er de oorzaak van dat De Groote Scheere regelmatig werd bezocht door binnenvallende legers, Spanjaarden, Staatse troepen onder prins Maurits, de Munsterse bisschop Bernhard van Galen - alias Bommen Berend - , zij allen wisten de weg naar de Scheere feilloos te vinden.
Aan het huis waren heerlijke rechten verbonden. Het was een havezate van bescheiden omvang, die echter in het begin van de 17e eeuw door Johan van Steenwijck werd afgebroken en vervangen door een luisterrijk slot van welhaast vorstelijke allure. Lang heeft dit prachtige edelmanshuis het niet vol mogen houden. In 1672 werd in de oorlog tegen Munster op last van de oude Staatse generaal Carl von Rabenhaupt het gebouw ondermijnd en zonder pardon opgeblazen. Rabenhaupt. ook bekend als de verdediger van Groningen (28 augustus!) was er snel klaar mee: de toenmalige bewoner Engelbert Riquin van Ensse was in zijn ogen iemand die heulde met de vijand - Bommen Berend - en diende daarom streng gestraft te worden. Engelberts sympathie lag inderdaad bij de Duitse vorstbisschop; ook al omdat hij in de protestants geworden lage landen zijn katholieke geloofs-overtuiging trouw was gebleven.
De adellijke Overijsselse familie Van Ensse was in 1632 was door vererving in het bezit gekomen van De Groote Scheere. Na de verwoesting in 1673 trok heer Engelbert Riquin van Ensse zich terug op zijn bezitting De Swanenburg bij Heerde. De Groote Scheere werd wel weer opgebouwd, maar moest het voortaan zonder zijn vroegere allure doen.
In 1737 kocht de familie Van Raesfelt tot Heemse de bezitting. Vijf kinderen uit dit geslacht waren op zeker moment aan het eind van de 18e eeuw samen eigenaar van de Scheere. In 1813 en 1814 is het gebied rond Coevorden en De Groote Scheere wederom het toneel van krijgshandelingen. Het rijk van keizer Napoleon loopt ten einde, het Franse garnizoen van Coevorden krijgt te maken met Kozakken en Nederlandse milities, roof en brandstichting waren als een plaag door de regio. Een van de boerderijen van De Groote Scheere, door brand verwoest en weer opgebouwd, heet tot de dag van vandaag De Baterrerijen omdat erin de oorlog tegen de Fransen twee kanonnen stond, den opgesteld.
In 1820 kwam het landgoed in het bezit van Samuel Johannnes baron Sandberg tot de Essenburg, die in vier jaar tijd de erven Raesfelt uitkocht. De baron, lid der Tweede Kamer, enige tijd gouverneur van de provincie Luik (Nederland en België waren van 1828 tot 1830 één), was een verstokt jager. Hij liet op het terrein een nieuw landhuis bouwen en ontving regelmatig jachtgezelschappen. De Groote Scheere werd een lusthof voor deftige jagers, tot wie koning Willem III en later ook prins Bernhard gerekend mochten worden. Dat is tot op de dag van vandaag eigenlijk zo gebleven.
Van Voerst van Lynden
Samuel Johannes baron Sandberg tot de Essenburg laat in 1854 De Groote Scheere na aan zijn zoon Rudolf; in 1873 vervalt het goed aan diens jongere broer Heribert. Na diens kinderloos overlijden vererft de bezitting in 1895 op nicht Anna Bregitta en neef Heribert jr., baronesse en baron Van Westerveld Sandberg. Anna Bregitta, in 1902 getrouwd met Alexander Willem Frederik Baron van Voerst van Lynden, kwam bij een boedelscheiding in het onverdeelde bezit van De Groote Scheere. Het echtpaar woonde in Ubbergen, later in Velp en bracht de zomers steevast door op De Groote Scheere. Eind jaren dertig van de vorige eeuw kreeg het landgoed vaste bewoners: de zoon van Anna Bregitta en Alexander Willem Frederik, mr. Samuel Willem Alexander Baron van Voerst van Lynden en zijn jonge vrouw Johanna , geboren jonkvrouwe De Beaufort. Mr. Samuel was benoemd tot burgemeester van het nabije Gramsbergen. In de oorlog zat hij in het verzet, werd opgepakt en kwam nooit meer terug. Zijn vrouw, baronesse Johanna, bleef tot haar dood op het landgoed wonen. Vergeefs probeerde ze te achterhalen wat er met haar echtgenoot was gebeurd. Haar kleindochter Jacqueline Quarles van Ufford schreef een boek over de verdwenen baron, die, dat staat wel vast, in gevangenschap buiten Nederland om het leven is gekomen.
Landgoed De Groote Scheere is allang geen particulier bezit meer; eigenaresse is nu de onderneming Fortis. Het landhuis daarentegen is particulier bezit; het is van de familie Veenvliet, die het momenteel te koop heeft staan.