Anne de Vrie en de Drenthen

Maandblad Drenthe Maart 1938

"Old Drèènse taal is Saksensproak

"Dof van geluud en wiek van klaank

"Oes wiegelied en dodenzaank.

" Wel wilt z'oe vake nog verdrieven

en "Mar wat z' ook doet... Ie zulter blieven

"In vèène en zaand en 't Heidelaand."

 

ANNE DE VRIES  en "DE DRENTEN"

 

     Het is met innerlijke weerzin, dat ik me er toe zet om zowel de Drenten als Anne de Vries hun plaats te wijzen, die hun naar mijn bescheiden mening en mijn persoonlijk inzicht toekomt. Te meer doe ik dat hier, omdat de schrijver van het hoofdstuk over "de Drenten" in het nu verschijnende werk "de Nederlandsche Volkskarakters" en de spreker op de Amsterdamsche Drentsche Vereniging bezig is meer dan één legende in de wereld te helpen. Men begrijpe mij goed, met onderstaande opmerkingen is mijn lijst niet afgewerkt. Principiëler nog zal ik mijn bezwaren uiteenzetten in een volgende brief uit Drenthe in het Nieuwsblad v. h. Noorden. Doch ook in Drente mag de critiek niet zwijgen. Ik voel heel goed, dat Anne de Vries zelf eerlijk gepoogd heeft "zonder vooroordeel of vooropgezette sympathie" zijn oordeel te geven over de Drenten, en hij zegt ook wel aardige dingen, maar ieder eveneens onbevoor-oordeeld lezer zal het met me eens zijn, dat zijn bespreking wegvalt tegenover die van K. ter Laan (de Groningers) en Mr G. J. ter Kuile Sr. (Twente en Oost-Salland) voor hun streek. Wat Anne de Vries ontbreekt is een behoorlijk fundament, wat de beide genoemde heren wèl hebben.

     Zo iets waait niemand aan, en het eist een leven van harde studie naast het zich innerlijk verwant voelen aan het volk zelf om in dit opzicht een gefundeerd oordeel te hebben. Zo'n oordeel b.v. waardeer ik zeer in de niet Drent Dr. P. W. .J. van den Berg, die door zijn pastorale ervaringen en zijn ambities, zijn gave om den Drent zuiver te zien zozeer ontwikkelde, dat hij thans stellig één der beste Drente kenners geworden is, wat uitkomt in "Gemeenschapsvormen op het platteland" in "Volk van Nederland".

Wij wisten het al zo lang 'n Drent heeft grote fouten, en daarnaast veel goeds. Maar historisch verklaren kan Anne de Vries dit slechts onvoldoende. Hij is voor de karakterisering blijven staan bij Blink; bij zijn aardrijkskundige afbakening Blink gevolgd, maar hij mist de kennis van de jarenlange strijd van Smeenge voor de opheffing van Drente, zowel als de historische belezenheid. En de nieuwe aardrijkskundige inzichten gingen hem evenzeer voorbij als de interessante prae - historie. Nog altijd leven in Meppel b.v. familie's, wier namen voorkomen op de oude charters. Al zijn het nu geen boeren meer, ze waren het vóór vijf of minder eeuwen. Hoeveel dorpelingen hebben zich in de loop der eeuwen niet in Meppel gevestigd, zijn met Meppelers getrouwd  Dit is niet het grootste manco.

     Waar vinden we de feiten genoemd, die gemaakt hebben, dat de beste Drenten uitgezwermd zijn in de loop der eeuwen? Want uitgezwermd zijn ze!

     Weet de schrijver hoe de verwoesting is geweest, die de eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog over de Oude Landschap hebben doen neerdalen.

     Hoeveel hoeven er in kern - Drente "vogelweide" lagen?

     Weet hij, dat in de tijd, dat de Republiek, d.i. Holland bloeide Drenten even ondernemend als anderen onze landschap verlieten, wier namen thans met ere genoemd worden in de U.S.A., nadat ze mee hebben behoord tot hen, die Nieuw Amsterdam en zijn kerkelijke gemeenschap hebben gefundeerd? Eén van hen is nog "Member of the "House of Representatives in Washington". En een ander is "head of the Board of Architects" die de wereldtentoonstelling te Nieuw York in 1939 voor-bereidt. 'n Derde is een bekend dagblad uitgever in Oregon.

     Ik behoef de 400 nazaten van één Drentse land verhuizers familie uit onze Gouden Eeuw - gouden, maar niet voor Drente - niet stuk voor stuk te noemen, maar er is meer interessants bij. Nog eens, weet Anne de Vries, hoe de Oude Landschap gebloed heeft onder de Bisschoppelijke oorlogen? Toen de bevolking gekweld en uitgezogen werd tot het uiterste en velen uitweken?

 

Het was niet het niet betalen van de Generaliteits bijdrage, dat Drente veracht deed zijn, neen het was de beschuldiging van dualiteit, van heulen met de vijanden, die maakte, dat de Oude Landschap gewantrouwd werd. Veel is in Holland geleden vóór de glorie der tien jaren, maar onmenselijk is hier in de provincie in die jaren huisgehouden.

     En daar komt de grove blunder, die onze provincie in oude tijd achterstelt bij de streken waar toen geregelde toestanden zouden heersen, terwijl het in Drente nog onveilig zou zijn. Er leven nog herin-neringen aan oorlogen tussen Zweeloo, 'Sleen, Diever Smilde e.a. dorpen. Zo betoogt hij. Ik heb met bijzonder genoegen meer dan drie eeuwen Drents politiewerk bestudeerd. En nu is mijn ervaring deze, dat vóór de Tachtigjarige oorlog het hier veiliger en geordender was dan voor enkele jaren in Oss. Het politie apparaat werkte van uit Coevorden, en later uit Assen voor zover wij kunnen nagaan feilloos, dank zij de vangpremies voor de SchuIten.

     Dat geldt evenzeer voor de 17e en 18e eeuw, waarin o.a. het optreden der Heidens valt. In die dagen was Drenthe doorgangsstreek voor velerlei geboefte, dat zijn domicilie had in de Duivelshoek te Amsterdam en dat stal tussen Bremen Wezel, Utrecht en Amsterdam, het gehele Noorden inbegrepen.

     Toen is het benauwend geweest hier, maar de straffe Drostenhanden hebben er de tucht in ge-houden; en het politieapparaat werkte feilloos en zeer snel.

     Die "oorlogen" hadden met veiligheid van oudsher minder te maken, dan met "juffrouw Vergunning". Bekkesnijden en vechten deed men hier voor 1600 evengoed als na 1800, maar de oorzaak is veelal het ingenomen "moedwater" of de strijd om de vrouw, naast het feit dat de boog die door lang en hard zomer en herfstwerk te zeer gespannen was, zodat ontspanning met een schok ging. Was dat elders zoveel anders?

     "My home is my CastIe". "En in deze vesting dringt geen vreemde door". Eigen volk wenst de Drent. Maar dat is niet de hoofdoorzaak van het introuwen, hoe poëtisch dat ook lijkt. Ik kan niet aannemen, dat Anne de Vries niet weet, hoeveel ellende dat noodzakelijke introuwen meegebracht heeft.

     Het is het gebrek aan cultuurgrond dat dit vooral veroorzaakte. Zeker ik geef toe, dat het er patriarchaal toeging in dat lösse hoes vroeger, waar het varken over de vloer kuiert en de gast in de echtelijke bedstee slaapt, zoals hij schrijft: "Onmeugelijk ist niet, zèè Waander, mar 't gieter mee as mittet zitten op de geldbuul". Ik ben er van overtuigd, dat ook die materialistische neigingen harde, harde noodzaak geweest zijn.

     Men had geen of weinig geld, en moest er zuinig op zijn. Ik ken gevallen, waar huurders van een behoorlijk plaatsje met een koe of zeven "urn Meie as de hure der wèzen mus" nog één briefje van tien overhielden. Dat was alles na een jaar van hard, zwoegend werken. Materialistische lui als ze daar zuinig op waren?

     Anne de Vries is wel een Drent, maar niet één van de kern Drenten, die hij zorgvuldig uitzocht, want dan zou hij meer intuïtie en gevoel voor dit alles gehad hebben dan nu, door zich een brevet van onmacht te geven, door te zeggen, dat een speech in Amsterdam niet allemoale in 't Drèèns kun, umdet een Drent doar gien woorden veur hef.

Hier hebben we weer de oude waan, die dialect juist zo doet gebruiken als de mode of de gril van het publiek dat wil, die Bartje ontsiert, maar een miskenning voor hetgeen Klaus Groth voor het Platduits lang geleden zo uitmuntend uiteenzette, voor het werk van Tiesing e.a.

     Ik weet te goed, dat Jan Uilenberg, Mw. Bergmans-Beins, Bos, Van Dijk, om van me zelf in 't geheel niet te spreken, voorbereid, stellig hierover kunnen spreken in het Drents d.w.z. in goed Drents. Genoeg echter! Resumerend moet ik zeggen, dat de harde noodzaak me dwingt op te komen tegen de discriminatie van de Drenten, ook al zijn er vele fouten. Ze zijn beter en meer waard dan hij zegt. "

Anne de Vries zal nog heel wat moeten studeren voor hij "er achter is" en als autoriteit kan worden beschouwd voor Drente en de Drentse volkstaal, hoe gevarieerd die ook mag zijn. Voor alsnog is hij niet de aangekondigde deskundige, maar gaat hij nog met te wankele schreden voorwaarts. Zijn lading vaart onder valse vlag!

(Auteursrecht voorbehouden.) J. POORTMAN.

 

www.oud-schoonebeek.nl