1962 In memoriam E. Karst Jr
In memoriam E. Karst Jr.
J. POORTMAN
Nu ik voor mijn vriend Egbertus Karst jr. voor onze Volksalmanak een afscheidswoord moet schrijven overvalt me een gevoel van diepe weemoed en van grote dankbaarheid.
Weemoed omdat naar menselijke berekening deze Schoonebeker, deze Drent en vooral deze Vaderlander nog veel had kunnen betekenen voor de zijnen en voor ons. Het heeft niet zo mogen zijn. God heeft hem op 12 december 1960 opgeroepen, toen hij voor een zakenreis in Duitsland was...
Geboren op 13 mei 1900 bleef hij na de schooljaren "zijn" Schoonebeek trouw, werkte op de gemeente-secretarie tot hij op 28 augustus 1942 zijn positie daar opgaf. Veertien jaar was hij al kassier van de Coöp. Raiffeisenbank geweest en deze arbeid zette hij voort.
Voor de oorlog had ik hem leren kennen door zijn schetsen voor de Volksalmanak, had hem aangespoord te schrijven aan grotere taken, maar hij miste daarvoor nog het zelfvertrouwen.
Toch was hij als uitzonderlijk kenner van de streek aan beide zijden van "de Sloot", vooral ook van het dierenleven daar, een opmerker zoals Herman Löns dat in Duitsland geweest was. Opmerker en belever van dit alles, geen imitator! Neoromanticus als hij was, bezat hij de liefde voor mens en dier, die hem in latere jaren in staat stelde zijn boeken te schrijven: In en om de Jachthut, Waar de korhaan balst, Woets de ever, Van liefde en een rode kater, om niet te zeggen zijn:
Het huis Tervoorde. De N.C.R.V. zond dit, bewerkt als hoorspel, uit.
E. Karst Jr. 13 mei 1900 – 12 december 1960
Groter compliment voor hem was de vertaling in het Duits van zijn dierenverhalen. Het land, dat door Löns onze natuurliefhebbers leerde zien, voelde de waarde van zijn schetsen juist aan. In Duitsland zelf was er geen man van zijn formaat op dit terrein.
Dit alles mag ons dankbaar doen zijn.
Nu hij niet meer is, past het ons, hem te blijven gedenken. En ervoor zorgen, dat zijn nasporingen over de geschiedenis van Schoonebeek, die hij mede op aandringen van mij, ondernomen heeft, bewerkt worden en een uitgever vinden. Immers, er is niemand, die het grensgebied en zijn culturele achtergronden beter heeft gekend en doorgrond dan hij. Zijn jubileumoverzicht der Gereformeerde Gemeente bij het 100-jarig bestaan getuigt ervan.
Zelf werkte hij zich naar de hem toekomende plaats onder de protestants-christelijke schrijvers toe; laten wij daarom voor zijn laatste werk zorgen.