1753 Etstoel Wenny Eisen
Crage autorisatie van zijn hoog wel gebor Gesvr heer Drossaard A.C.B.van Meiden in dato den 1 oktober 1753
Hebben wij ondergeschrevenen in gevolge uitsprake van heeren gecommiteerders uit den loffelijksen Etstoel in dato den 3 December 1748 tusschen Wolther Wennien en Jan Eijsen als hoofd mombar over de kinderen van grote Willem Sassen en Jen Unien op het Westeinde van Schoonebeek ter eenre en de gemeene Buer van Zuid en Noord barge ter andere zijde, in pretentie van wesder zijdse phartien opgerooit de linies uit de sogenaamde gragt tusschen de van Erm en Dalerveen tot an den opgang van het veen so ant Gasthuis van Coevorden is toebehorende, en de van Roienge noorde kant van Schonebeek op gemeten vijftig roeden en aldaar een paal gesettelt als mede van daar ten Westen in de linie tusschen de van Barge en Ermen van gelijke 50 roeden uit de linie van de Gragt na Schoonebeek, een paal gesettelt tot een scheilinie tusschen de van Barge en seven Westenlijke plaatsen of boven gemelde personen op Schonebeek voorts van de eersten gemelde paal vant Gasthuisveen volgens uitsprake van 15 Julij 1750 verlengt tot op de Noordelijksten hoek van het ingeloste veen zijnde van de Corssijs zijden van Schonebeek of van de 3de paal tusschen het ingeloste veen ten Oosten en ten Westen
Wennien en sassen welke linie ingevolge iterstive sententiens en uitspraken in zo verre voor een scheslinie sal worden gehouden.
Actum Schoonebeek den 18 Junie 1753
R.Carissen
R. Eleveld