Rechten Plichten Predikanten
Rechten en plichten van de Schoonebeker geestelijken.
- Pastorie met ruime hofgrond.
- Achtien dagwerken hooiland. ( 1 dagwerk is ongeveer 60 are
- Acht koeweijden.
- Vijf mud bouwland (mud is een stuk wat met 1 mud graan bezaaid kan worden ongeveer 40 are)
- Enige jaarlijkse pachten bestaande uit 10¾ mud rogge en 5¼ mud haver.
- De vijf getijden (jaar diensten) bestaande uit 16 proeven, elk van 4 broden en 7 eieren te betalen door de karspellieden.
- De jaar proeven: 44 kleine broden en 44 pond boter te betalen door de kerspellieden.
- Twee geldzenten bestaande uit een braspenning (waarde 2 koperen duiten en een witte stuiver (zilveren stuiver).
- Twee ijzeren koeien (deze twee dieren bleven op de pastorie ook als de dominee vertrok.
Teven had ze het alleen recht op de visserij in het Schoonebekerdiep (de Stroom), de inkomsten uit de eendenkooi (deze stond waaarschijnlijk op de plaats waar nu de begraafplaats is aan de kerkhoflaan.
Na 1684 mochten de predikanten niet meer jagen en vissen.