Oostersebos vlammend verleden

Coevorden Huis aan Huis 5 november 2008

Fotoplekje heeft vlammend verleden

Door Huid D. Minderhoud

 

De drie boerderijen in het Oostersebos, de linker op nummer 4, de middelste op 15 en de rechter op 17 zien er voorbeeldig uit. De middelste met de baander in de zijgevel, is ook nog als boerderij in gebruik. Hier zwaait Jan Klaassen de scepter en hij is een na­komeling van de familie, die hier generaties lang boerde.

In het rechterhuis woon­de Albert Ellen, van 1795 tot 1802 de door de vrije burgers van Schoone­beek gekozen schulte van Schoonebeek. Toen het dorp in laatst- genoemd jaar bij het schultambt Coevor­den werd gevoegd, werd Albert weer gewoon land­bouwer. Later woonde er Rieks Holties, die tijdens de normalisatie van het Schoonebekerdiep (1929 -­1931) temidden van de af­gegraven aarde een oude grenssteen zag liggen. Om­dat het ding anders toch maar verloren zou gaan, nam hij hem mee en zette hem op de rand van zijn erf in de grond. Daar staat hij nu nog met de letter N (Ne­derland) naar het oosten en de letter H en het num­mer 164 naar het westen. Zoals het hoort! De letter H staat voor het koninkrijk Hannover, dat in 1866 in­gelijfd werd door Pruisen, De grenssteen moet dus van vóór dat jaar zijn.

 

Engelenwei

Op 19 mei 1828 om on­geveer twaalf uur 's mid­dags vond er een ramp plaats in het Oostersebos. Een uitslaande brand ver­woestte in één keer de drie boerderijen en ook nog die erachter, de tegenwoordige Engelenwei. De brand ont­stond in het arbeidershuis­je van Steven Bruinink en zijn vrouw bracht eerst de wieg met het kind in veiligheid om daarna snel wat andere bezittingen te gaan redden. 'Toen de deur uitkomende', schreef de Drentsche Courant, 'stortte het dak van het huis in en ten deele boven op haar: een timmerman dit ziende, heeft haar uit de vlammen gered, doch niet dan nadat zij zoo zwaar gebrand was, dat men voor het behoud van haar leven vreest!' De overlevering wil, dat in het huisje een kat te dichtbij het open vuur lag en vlam vatte. Het arme beest rende brandend rond en verspreidde zo het vuur. Hoe het ook zij, het was een rampzalige gebeurte­nis voor alle bewoners, die ineens dakloos waren. Ge­lukkig liep het vee buiten en hadden alle mensen, behalve vrouw Bruinink, tijdig de huizen verlaten.

Maar alles moest na­tuurlijk weer worden op­gebouwd. Dat ging toch be­trekkelijk snel en Jan Ger­dinge, die goed verzekerd was, slaagde daar het eerst in. Al op 30 oktober 1828 sloot hij voor 'zijn nieuw getimmerd Huis' met twee schuren een nieuwe polis af. De 'Onderlinge Brand­Waarborg-Maatschappij te Zwolle' stelde de waarde van de boerderij vast op 'Een duizend vier hondert zeven en zestig guldens'. De schuren respectievelijk op 'twee hondert en zestig guldens' en 'twee hondert zes en zestig guldens', zo­dat Jan zijn hele bezit voor 2.000 gulden had verze­kerd. De jaarlijkse premie bedroeg 15,48 gulden. Kom daar nu maar eens om! Ge­lukkig werden alle boerde­rijen weer in de oude stijl en de huidige staat opgebouwd en Jan Gerdinge, die getrouwd was met Jan­tien Ellen, erfde later ook de rechterboerderij. Hun dochter Hendrika huwde met de welgestelde boer Harm Bruna en zo kwam deze 'geluksvogel' in het bezit van drie boerderijen. Hij deed hetzelfde als Hek­man en Wilms, bouwde een nieuw huis aan de huidige Europaweg en verpachtte zijn drie bedrijven. Ook hij werd dus 'heerschop'.

 

Woonfunctie

In 1986 kocht Benny Pe­kel de boerderij op num­mer 4 van de familie Bruna en begon er een bedrijf in gevelsystemen. Hij was zeer gesteld op zijn nieuwe onderkomen en dat Mo­numentenzorg er nauw­lettend op toezag, deerde hem niet in het minst. Ook buitenshuis was er veel om zuinig op te zijn. De grote drinkbak uit één stuk Bentheimer zandsteen bij­voorbeeld en de waterput met zwengel, samengesteld uit rondgehakte segmenten van diezelfde kalksteen. En ook de schuur met gevloch­ten stromotieven en het oorspronkelijke stookhok met schoorsteen daaraan vastgebouwd.

Toen de schuur eind 2004 voor een deel afbrandde en opnieuw zou worden op­gebouwd, kwam de vraag naar voren: 'Maar wat doen we er dan mee?' Er een ap­partement van maken: dat was een idee en omdat de familie Staal tijdelijk on­derdak zocht, werd er geïn­formeerd bij de gemeente Emmen. Daar bleek tot ieders verbazing, dat het pand volgens het bestem­mingsplan een woonfunc­tie had en toen was een be­sluit snel genomen. Onder toezicht van Monumenten­zorg volgde een inwendige verbouwing tot een geriefelijk huis, waarbij aan de straatkant een met veel glasoppervlak uitgevoerde hoofdingang als een in­pandige baander de enige verandering vormde. Hier wonen nu Benny en Gea Pekel met dochtertje Lisa. En de familie Staal? Die heeft het woninggedeelte van de boerderij betrok­ken, terwijl Benny en Gea in de grote schuur het be­drijf 'Serre-Advies-Neder­land' runnen. De boerderij rechts wordt sinds 2001 be­woond door Herman en Els Wijnne uit Amsterdam. Zij hebben het hier uitstekend naar hun zin en voelen zich thuis. Thuis op het meest gefotografeerde plekje van Schoonebeek, want zo wordt deze locatie met de Saksische boerderijen vaak genoemd.

Sta er eens een moment bij stil, bij deze drie monumenten.

Met dank aan Gerrit Jan Rotmensen.

 

 

 

www.oud-schoonebeek.nl